
Hoe ver kom jij zonder te zwemmen?
Serieus, probeer het eens. Duw jezelf af van de muur en kijk hoever je komt zonder een slag te maken. Dat moment – direct na het afzetten – is het snelst dat je ooit zult zwemmen in een training. Daarna vertraag je vanzelf.
Hoe lang je dat tempo vasthoudt, hangt af van je lichaamshouding in het water.
Hoe rechter en gestroomlijnder je ligt, hoe minder je afremt.
Je lichaam moet tijdens het zwemmen zo veel mogelijk lijken op de vorm van een vliegtuigvleugel of de boeg van een speedboot: smal, lang en zonder uitstekende delen. Denk kin op borst, armen strak boven je hoofd, heupen hoog, benen bij elkaar. Dit geldt niet alleen bij het afzetten, maar ook tijdens het zwemmen zelf.
Meer slagen = niet automatisch sneller
Veel zwemmers denken: “Als ik sneller wil, moet ik vaker slaan.” Logisch, maar fout.
Meer slagen betekent vaak dat je minder ver komt per slag. Je verliest efficiëntie en raakt sneller vermoeid. Het resultaat? Je bent langzamer én uitgeput.
Een simpele rekensom:
- 20 slagen x 2,5 sec per slag = 50 meter in 50 sec
- Je versnelt je slagtempo: 2 sec per slag
- Maar je maakt nu 30 slagen i.p.v. 20 ? 30 x 2 = 60 sec
- Je zwemt dus langzamer… terwijl je harder werkt.
Slimmer:
Als je juist méér afstand per slag maakt (bijv. 15 slagen x 2 sec = 30 sec), zwem je sneller met minder inspanning.
Klaar om slimmer te trainen?
Als je merkt dat je telkens tegen dezelfde tijden aanhikt, snel moe bent of het gevoel hebt dat je niet vooruit komt, dan is dit hét moment om niet harder, maar slimmer te gaan zwemmen.
Bij Zwemmershop vind je niet alleen materiaal, maar ook advies. Zwemmen is fysica, techniek én ritme. Pak het vanaf nu systematisch aan en zie het verschil.
Tip: Begin met het analyseren van je slagfrequentie en afstand per slag in je volgende training. Kleine aanpassingen maken een groot verschil.
Heb je vragen over techniek, materiaal of drills? Stuur ons een
bericht — we denken graag met je mee.